Samenwerking met partners

Naast de kwaliteit van de leerkracht blijken de volgende interventies ook effectief voor het bevorderen van gelijke kansen: effectieve samenwerking met jeugdhulp, het creëren van extra uren begeleiding of tutoring op school en het vergroten van de belevingswereld van leerlingen. De effectiviteit van deze interventies in internationaal aangetoond en ze worden ook in ons land op veel scholen ingezet. Deze interventies vragen veelal om een samenwerking met partners, ook buiten het onderwijs. Partners zijn te vinden in de eigen wijk van de school, maar ook op gemeentelijk en landelijk niveau zijn er veel samenwerkingsmogelijkheden. Het is belangrijk dat de schoolleider, de intern begeleider en de leerkrachten bekend zijn met de mogelijkheden die er zijn. 


De verschillen in beroepscontexten en cultuur van verschillende samenwerkende partijen rondom de school, kunnen belemmeringen en fricties veroorzaken. Boundary crossing is een aanpak om op constructieve wijze met die belemmeringen om te gaan. Vier leermechanismen kunnen worden benut voor het proces van boundary crossing: identificatie, coördinatie, reflectie en transformatie. Identificatie is het verhelderen van elkaars expertise, doelen en belangen. Coördinatie is het mogelijk maken van de samenwerking door bijvoorbeeld het afspreken van overlegmomenten en werkroutines. Reflectie gaat om het bewust worden van het eigen perspectief en dat van de ander, bijvoorbeeld door uitwisseling van perspectieven en inleven in de (context van de) ander gericht op wederzijds begrip. Transformatie is de ontwikkeling van nieuwe rollen op de grens van de verschillende professies.

Deze processen kunnen op verschillende wijzen vormkrijgen, met verschillen in omvang en diepgang, afhankelijk van het doel waaraan gewerkt wordt. Als schoolleider is het van belang inzicht te hebben in het gezamenlijke netwerk, in ieders mogelijkheden en belangen en om de samenwerkingsprocessen goed te monitoren, faciliteren en indien nodig bij te sturen. Het doel is altijd het bieden van optimale ontwikkelingskansen voor alle leerlingen met alle talenten, dus zowel op cognitief als sociaal-emotioneel vlak.

Het is nog een uitdaging om de verschillende leefwerelden waarin kinderen opgroeien (naast gezin en school ook opvang, straat en wijk) met elkaar te verbinden. Hiervoor zouden instellingen in en rondom onderwijs minder vanuit de eigen context moeten denken en werken en meer vanuit het perspectief van de leerling en zijn of haar ouders of verzorgers. Ontschotting en samenwerking tussen de verschillende werkvelden is daarvoor noodzakelijk. Motivatie van de individuele professionals is de belangrijkste succesfactor voor interprofessioneel werken. Als zij het gevoel hebben dat zij gezamenlijk meer kwaliteit kunnen leveren en/of efficiënter kunnen werken, zijn zij bereid om tijd en energie te steken in de interprofessionele samenwerking. De tweede belangrijke succesfactor is het complementair zijn. Wanneer professionals aanvullend zijn in expertise en elkaar nodig hebben om een vraagstuk op te lossen of iets te bereiken, dan stimuleert dit de interprofessionele samenwerking.  

Organisaties voor Jeugdzorg, -welzijn en -gezondheid zijn belangrijke samenwerkingspartners voor het onderwijs in de wijk, bijvoorbeeld in sociale buurtteams of wijkteams. Voor scholen is deze samenwerking van groot belang, maar deze verandering is nog volop in ontwikkeling (Star, 2019). Hoewel doordrongen van de noodzaak, lopen veel organisaties daarin vast. Er moet zoveel en waar begin je? De schoolleider kan beginnen met aansluiten bij overleg van het wijkteam om zo kansen die er liggen voor de leerlingen in de eigen school te zien. 

De gemeente ondersteunt, initieert en regisseert ook op deze thema’s, de samenwerking van scholen met andere partners. Dit is onderdeel van de lokale educatieve agenda (LEA) van schoolbesturen met gemeente, peuterspeelzalen en kinderopvangorganisaties. De schoolbesturen koppelen dit weer terug aan de schoolleiders op een directeurenoverleg zodat zij geïnformeerd zijn over de mogelijkheden binnen de eigen gemeente. 

Daarnaast zijn de initiatieven van partners op landelijk niveau interessant. Het bedrijfsleven en non profit organisaties (ANBI stichtingen) dragen vanuit een warm hart veel bij aan onze maatschappij. Zij bieden onder andere kansrijke projecten aan voor kinderen die een extra steuntje kunnen gebruiken. Naast het netwerken met collega directeuren biedt social media ook kansen om bekend te raken met mogelijkheden op dit terrein. 

Ondanks dat iedereen het er over eens is dat samenwerken veel kansen kan bieden, blijkt uit de evaluatie van Passend Onderwijs dat deze samenwerking, met name jeugdhulp, nog niet vanzelf gaat. 

Naast de kwaliteit van de leerkracht blijken de volgende interventies ook effectief voor het bevorderen van gelijke kansen: effectieve samenwerking met jeugdhulp, het creëren van extra uren begeleiding of tutoring op school en het vergroten van de belevingswereld van leerlingen. De effectiviteit van deze interventies in internationaal aangetoond en ze worden ook in ons land op veel scholen ingezet. Deze interventies vragen veelal om een samenwerking met partners, ook buiten het onderwijs. Partners zijn te vinden in de eigen wijk van de school, maar ook op gemeentelijk en landelijk niveau zijn er veel samenwerkingsmogelijkheden. Het is belangrijk dat de schoolleider, de intern begeleider en de leerkrachten bekend zijn met de mogelijkheden die er zijn. 

De subgroep ‘samenwerking met externen’ heeft een tool gemaakt met inspiratie voor het samenwerken met jeugdhulp, creëren van extra onderwijstijd en het vergroten van de belevingswereld van leerlingen.

Irma Wijdeven, schoolleider OBS De Wijde Wereld, Amersfoort.  

In de wijk speelt problematiek als werkloosheid, armoede, psychische problematiek en pedagogische onmacht. Een veilige thuisbasis is niet altijd vanzelfsprekend. Voor bijna alle kinderen is Nederlands de tweede taal en gaat leren niet vanzelf. De basisvakken vragen meer tijd. Ouders zijn vaak enorm betrokken, maar niet altijd in staat om hun kinderen goed te helpen. Leerlingen hebben vaak een beperkte kennis van de wereld. We vinden het extra belangrijk om hierin te investeren, zodat leerlingen naast kennis, zelfvertrouwen en de juiste vaardigheden ontwikkelen om zich staande te houden in de wereld na de basisschool.

Marcia van Roo, schoolleider Wijzer aan de Vecht, Utrecht.

De Wijzer aan de Vecht is een basisschool met een uitstekend pedagogisch klimaat. Onze kernwaarden zijn: betrokkenheid, gelijkwaardigheid, plezier en autonomie. ‘Betrokkenheid' maakt dat wij meer dan een school zijn. We betrekken ouders en kinderen onderling bij elkaar door te ondersteunen, te luisteren en door het organiseren van scholingsactiviteiten. We verbeteren steeds ons onderwijs en stemmen ons aanbod af op onze populatie. We gaan we uit van wederzijdse afhankelijkheid en gelijkwaardigheid. Door kinderen ongelijk te behandelen proberen we ieder kind een gelijke kans te geven. Hiervoor zetten we middelen in en maken we gebruik van partners. In een tijd van individualisering vraagt dat om verbindend leiderschap. Sociale veiligheid is de basis voor sociale cohesie en dat zorgt ervoor dat kinderen tot leren kunnen komen.  

Angèle van der Star, interim-directeur Onderwijspassie op montessorischool Arcade, Utrecht

Ik focus me primair op kwalitatief goed onderwijs als fundament voor kansengelijkheid. Ik steek in op het gezamenlijk (verder) bouwen aan een professionele schoolcultuur met hoge verwachtingen naar leerkrachten. Samen iedere dag een stapje beter. Vanuit de tandem, directie-intern begeleider stimuleren we interdisciplinair samenwerken met jeugdzorg om zorgarrangementen of preventieve begeleiding te organiseren. Om de kansengelijkheid verder te bevorderen hebben we drie extra onderwijsassistenten aangetrokken. Zij ondersteunen groepjes leerlingen buiten de klas op basis van een interventieplan rekenen en spelling. Tot slot steken we in op positieve ouderbetrokkenheid en gaan we de inhoudelijke dialoog niet uit de weg indien nodig.

Naast de kwaliteit van de leerkracht blijken de volgende interventies ook effectief voor het bevorderen van gelijke kansen: effectieve samenwerking met jeugdhulp, het creëren van extra uren begeleiding of tutoring op school en het vergroten van de belevingswereld van leerlingen. De effectiviteit van deze interventies in internationaal aangetoond en ze worden ook in ons land op veel scholen ingezet. Deze interventies vragen veelal om een samenwerking met partners, ook buiten het onderwijs. Partners zijn te vinden in de eigen wijk van de school, maar ook op gemeentelijk en landelijk niveau zijn er veel samenwerkingsmogelijkheden. Het is belangrijk dat de schoolleider, de intern begeleider en de leerkrachten bekend zijn met de mogelijkheden die er zijn. 


Samenwerking met partners

Organisaties voor Jeugdzorg, -welzijn en -gezondheid zijn belangrijke samenwerkingspartners voor het onderwijs in de wijk, bijvoorbeeld in sociale buurtteams of wijkteams. Voor scholen is deze samenwerking van groot belang, maar deze verandering is nog volop in ontwikkeling (Star, 2019). Hoewel doordrongen van de noodzaak, lopen veel organisaties daarin vast. Er moet zoveel en waar begin je? De schoolleider kan beginnen met aansluiten bij overleg van het wijkteam om zo kansen die er liggen voor de leerlingen in de eigen school te zien. 

De gemeente ondersteunt, initieert en regisseert ook op deze thema’s, de samenwerking van scholen met andere partners. Dit is onderdeel van de lokale educatieve agenda (LEA) van schoolbesturen met gemeente, peuterspeelzalen en kinderopvangorganisaties. De schoolbesturen koppelen dit weer terug aan de schoolleiders op een directeurenoverleg zodat zij geïnformeerd zijn over de mogelijkheden binnen de eigen gemeente. 

Daarnaast zijn de initiatieven van partners op landelijk niveau interessant. Het bedrijfsleven en non profit organisaties (ANBI stichtingen) dragen vanuit een warm hart veel bij aan onze maatschappij. Zij bieden onder andere kansrijke projecten aan voor kinderen die een extra steuntje kunnen gebruiken. Naast het netwerken met collega directeuren biedt social media ook kansen om bekend te raken met mogelijkheden op dit terrein. 

Ondanks dat iedereen het er over eens is dat samenwerken veel kansen kan bieden, blijkt uit de evaluatie van Passend Onderwijs dat deze samenwerking, met name jeugdhulp, nog niet vanzelf gaat. 

Naast de kwaliteit van de leerkracht blijken de volgende interventies ook effectief voor het bevorderen van gelijke kansen: effectieve samenwerking met jeugdhulp, het creëren van extra uren begeleiding of tutoring op school en het vergroten van de belevingswereld van leerlingen. De effectiviteit van deze interventies in internationaal aangetoond en ze worden ook in ons land op veel scholen ingezet. Deze interventies vragen veelal om een samenwerking met partners, ook buiten het onderwijs. Partners zijn te vinden in de eigen wijk van de school, maar ook op gemeentelijk en landelijk niveau zijn er veel samenwerkingsmogelijkheden. Het is belangrijk dat de schoolleider, de intern begeleider en de leerkrachten bekend zijn met de mogelijkheden die er zijn. 

Het is nog een uitdaging om de verschillende leefwerelden waarin kinderen opgroeien (naast gezin en school ook opvang, straat en wijk) met elkaar te verbinden. Hiervoor zouden instellingen in en rondom onderwijs minder vanuit de eigen context moeten denken en werken en meer vanuit het perspectief van de leerling en zijn of haar ouders of verzorgers. Ontschotting en samenwerking tussen de verschillende werkvelden is daarvoor noodzakelijk. Motivatie van de individuele professionals is de belangrijkste succesfactor voor interprofessioneel werken. Als zij het gevoel hebben dat zij gezamenlijk meer kwaliteit kunnen leveren en/of efficiënter kunnen werken, zijn zij bereid om tijd en energie te steken in de interprofessionele samenwerking. De tweede belangrijke succesfactor is het complementair zijn. Wanneer professionals aanvullend zijn in expertise en elkaar nodig hebben om een vraagstuk op te lossen of iets te bereiken, dan stimuleert dit de interprofessionele samenwerking.  

De verschillen in beroepscontexten en cultuur van verschillende samenwerkende partijen rondom de school, kunnen belemmeringen en fricties veroorzaken. Boundary crossing is een aanpak om op constructieve wijze met die belemmeringen om te gaan. Vier leermechanismen kunnen worden benut voor het proces van boundary crossing: identificatie, coördinatie, reflectie en transformatie. Identificatie is het verhelderen van elkaars expertise, doelen en belangen. Coördinatie is het mogelijk maken van de samenwerking door bijvoorbeeld het afspreken van overlegmomenten en werkroutines. Reflectie gaat om het bewust worden van het eigen perspectief en dat van de ander, bijvoorbeeld door uitwisseling van perspectieven en inleven in de (context van de) ander gericht op wederzijds begrip. Transformatie is de ontwikkeling van nieuwe rollen op de grens van de verschillende professies.

Deze processen kunnen op verschillende wijzen vormkrijgen, met verschillen in omvang en diepgang, afhankelijk van het doel waaraan gewerkt wordt. Als schoolleider is het van belang inzicht te hebben in het gezamenlijke netwerk, in ieders mogelijkheden en belangen en om de samenwerkingsprocessen goed te monitoren, faciliteren en indien nodig bij te sturen. Het doel is altijd het bieden van optimale ontwikkelingskansen voor alle leerlingen met alle talenten, dus zowel op cognitief als sociaal-emotioneel vlak.

De subgroep ‘samenwerking met externen’ heeft een tool gemaakt met inspiratie voor het samenwerken met jeugdhulp, creëren van extra onderwijstijd en het vergroten van de belevingswereld van leerlingen.

Angèle van der Star, interim-directeur Onderwijspassie op montessorischool Arcade, Utrecht

Ik focus me primair op kwalitatief goed onderwijs als fundament voor kansengelijkheid. Ik steek in op het gezamenlijk (verder) bouwen aan een professionele schoolcultuur met hoge verwachtingen naar leerkrachten. Samen iedere dag een stapje beter. Vanuit de tandem, directie-intern begeleider stimuleren we interdisciplinair samenwerken met jeugdzorg om zorgarrangementen of preventieve begeleiding te organiseren. Om de kansengelijkheid verder te bevorderen hebben we drie extra onderwijsassistenten aangetrokken. Zij ondersteunen groepjes leerlingen buiten de klas op basis van een interventieplan rekenen en spelling. Tot slot steken we in op positieve ouderbetrokkenheid en gaan we de inhoudelijke dialoog niet uit de weg indien nodig.

Irma Wijdeven, schoolleider OBS De Wijde Wereld, Amersfoort.  

In de wijk speelt problematiek als werkloosheid, armoede, psychische problematiek en pedagogische onmacht. Een veilige thuisbasis is niet altijd vanzelfsprekend. Voor bijna alle kinderen is Nederlands de tweede taal en gaat leren niet vanzelf. De basisvakken vragen meer tijd. Ouders zijn vaak enorm betrokken, maar niet altijd in staat om hun kinderen goed te helpen. Leerlingen hebben vaak een beperkte kennis van de wereld. We vinden het extra belangrijk om hierin te investeren, zodat leerlingen naast kennis, zelfvertrouwen en de juiste vaardigheden ontwikkelen om zich staande te houden in de wereld na de basisschool.

Marcia van Roo, schoolleider Wijzer aan de Vecht, Utrecht.

De Wijzer aan de Vecht is een basisschool met een uitstekend pedagogisch klimaat. Onze kernwaarden zijn: betrokkenheid, gelijkwaardigheid, plezier en autonomie. ‘Betrokkenheid' maakt dat wij meer dan een school zijn. We betrekken ouders en kinderen onderling bij elkaar door te ondersteunen, te luisteren en door het organiseren van scholingsactiviteiten. We verbeteren steeds ons onderwijs en stemmen ons aanbod af op onze populatie. We gaan we uit van wederzijdse afhankelijkheid en gelijkwaardigheid. Door kinderen ongelijk te behandelen proberen we ieder kind een gelijke kans te geven. Hiervoor zetten we middelen in en maken we gebruik van partners. In een tijd van individualisering vraagt dat om verbindend leiderschap. Sociale veiligheid is de basis voor sociale cohesie en dat zorgt ervoor dat kinderen tot leren kunnen komen.  

Schoolleiders zijn continu bezig met hun ontwikkeling. Niet alleen voor zichzelf, maar juist ook voor anderen! Dat verdient aandacht en erkenning. Het Schoolleidersregister PO heeft als doel het aanzien van het beroep schoolleider te versterken. Met hun registratie laten schoolleiders zien dat ze staan voor kwaliteit en een leven lang leren. Dat doen ze samen met de gehele beroepsgroep: ruim 8.000 schoolleiders in het primair onderwijs in Nederland.
Volledig scherm