Algemene inleiding op het thema
Het thema kansen(on)gelijkheid staat sinds 2016 hoog op de maatschappelijke en politieke agenda. Kinderen van hoogopgeleide ouders hebben meer kans op een succesvolle schoolloopbaan dan leeftijdgenoten met een vergelijkbare aanleg, maar met lager opgeleide ouders. De onderwijsinspectie geeft in de Staat van het Onderwijs 2021 aan dat de coronacrisis de verschillen in de thuissituatie en daaraan gekoppelde kansenongelijkheid extra pijnlijk zichtbaar maakt. Door het wegvallen van de eindtoets in 2020 hebben leerlingen met een migratieachtergrond en/of ouders met een lagere opleiding of lager inkomen aantoonbaar minder kans gehad op een hoger schooladvies. De discussie over dit thema blijft zeer actueel. Schoolteams en individuele leerkrachten spelen een belangrijke rol in het werken aan kansengelijkheid. In de schoolleiderskenniskring hebben we ons verdiept in hoe dit werkt en hoe schoolleiders bewust werk kunnen maken van gelijke kansen in hun school.
Het begrip kansenongelijkheid wordt verschillend gedefinieerd. In een webinar duidt Eddie Denessen het verschil tussen het meritocratisch ideaal en het pedagogische ideaal. In het eerste geval gaat het om het realiseren van gelijke uitkomstkansen (diploma’s) voor sociale groepen. Hiervoor is het nodig dat de ondersteuning en tijd in het onderwijs onevenredig wordt verdeeld, zodat groepen leerlingen met minder kansen gecompenseerd worden. Het pedagogisch ideaal gaat om het bieden van gelijke ontwikkelingskansen aan alle leerlingen, zodat zij zich in een optimaal pedagogisch klimaat goed kunnen ontwikkelen als persoon. Hierbij gaat het om het afstemmen op -en uitdagen van- iedere leerling, waarbij de tijd en ondersteuning juist evenredig wordt verdeeld. In de praktijk blijken de beelden en definities van het begrip kansenongelijkheid erg door elkaar te lopen. In het onderzoek waarover de Inspectie van het Onderwijs rapporteert gaat het vooral om de uitkomsten van het onderwijs. Er wordt vooral gekeken naar verschillen in toetsscores en schooladviezen in relatie tot de achtergrondkenmerken van leerlingen. Inge de Wolf van de onderwijsinspectie zet in het eerste deel van een minidocumentaire op een rijtje welke interventies bewezen effectief zijn om te werken aan kansengelijkheid vanuit dit perspectief.
- Onderwijs vanuit hoge verwachtingen
- Professionaliteit van leraren en schoolleiders verder vergroten:
- Teamprofessionalisering
- Professionele cultuur: collective efficacy - Aandacht voor (school)taal en woordenschat
- Samenwerking met partners
- Extra begeleiding, extra lestijd en tutoring
- Samenwerking met jeugdzorg
- Belevingswereld van leerlingen vergroten - Ouderbetrokkenheid
Deze thema’s kwamen naadloos overeen met de thema’s die de leden van de kenniskring zelf inbrachten uit hun eigen ervaringen en praktijk. Door de groepsgrootte zijn de interventies waarbij samenwerking met externen vereist is samengepakt in een subgroep. De thema’s zijn als volgt:
Lees het
interview met
Eddie Denessen
Dit zijn de
Subthema’s
Kansen(on)gelijkheid
Overzichtsartikel op onze website

Algemene inleiding op het thema
Het thema kansen(on)gelijkheid staat sinds 2016 hoog op de maatschappelijke en politieke agenda. Kinderen van hoogopgeleide ouders hebben meer kans op een succesvolle schoolloopbaan dan leeftijdgenoten met een vergelijkbare aanleg, maar met lager opgeleide ouders. De onderwijsinspectie geeft in de Staat van het Onderwijs 2021 aan dat de coronacrisis de verschillen in de thuissituatie en daaraan gekoppelde kansenongelijkheid extra pijnlijk zichtbaar maakt. Door het wegvallen van de eindtoets in 2020 hebben leerlingen met een migratieachtergrond en/of ouders met een lagere opleiding of lager inkomen aantoonbaar minder kans gehad op een hoger schooladvies. De discussie over dit thema blijft zeer actueel. Schoolteams en individuele leerkrachten spelen een belangrijke rol in het werken aan kansengelijkheid. In de schoolleiderskenniskring hebben we ons verdiept in hoe dit werkt en hoe schoolleiders bewust werk kunnen maken van gelijke kansen in hun school.
Het begrip kansenongelijkheid wordt verschillend gedefinieerd. In een webinar duidt Eddie Denessen het verschil tussen het meritocratisch ideaal en het pedagogische ideaal. In het eerste geval gaat het om het realiseren van gelijke uitkomstkansen (diploma’s) voor sociale groepen. Hiervoor is het nodig dat de ondersteuning en tijd in het onderwijs onevenredig wordt verdeeld, zodat groepen leerlingen met minder kansen gecompenseerd worden. Het pedagogisch ideaal gaat om het bieden van gelijke ontwikkelingskansen aan alle leerlingen, zodat zij zich in een optimaal pedagogisch klimaat goed kunnen ontwikkelen als persoon. Hierbij gaat het om het afstemmen op -en uitdagen van- iedere leerling, waarbij de tijd en ondersteuning juist evenredig wordt verdeeld. In de praktijk blijken de beelden en definities van het begrip kansenongelijkheid erg door elkaar te lopen. In het onderzoek waarover de Inspectie van het Onderwijs rapporteert gaat het vooral om de uitkomsten van het onderwijs. Er wordt vooral gekeken naar verschillen in toetsscores en schooladviezen in relatie tot de achtergrondkenmerken van leerlingen. Inge de Wolf van de onderwijsinspectie zet in het eerste deel van een minidocumentaire op een rijtje welke interventies bewezen effectief zijn om te werken aan kansengelijkheid vanuit dit perspectief.
- Onderwijs vanuit hoge verwachtingen
- Professionaliteit van leraren en schoolleiders verder vergroten:
- Teamprofessionalisering
- Professionele cultuur: collective efficacy - Aandacht voor (school)taal en woordenschat
- Samenwerking met partners
- Extra begeleiding, extra lestijd en tutoring
- Samenwerking met jeugdzorg
- Belevingswereld van leerlingen vergroten - Ouderbetrokkenheid
Deze thema’s kwamen naadloos overeen met de thema’s die de leden van de kenniskring zelf inbrachten uit hun eigen ervaringen en praktijk. Door de groepsgrootte zijn de interventies waarbij samenwerking met externen vereist is samengepakt in een subgroep. De thema’s zijn als volgt:
Lees het Interview met Eddie Denessen
Subthema’s Kansen(on)gelijkheid